Uit “Dark market” van M. Glenny, 2011.
“Onder Brits voorzitterschap verplichtte de Europese Unie alle internetproviders in Europa al het internetverkeer (inclusief dat van mobiele telefoons) op te slaan gedurende een periode […] die varieert van zes maanden tot twee jaar. Als deze ontwikkeling in de richting van toenemende digitale observatie zich voortzet, zullen westerse overheden […] meer dan ook in staat zijn het handelen en de gewoonten van hun burgers te controleren.
Wetenschappers van de London School of Economics hebben dit gekozen pad het best beschreven. In juni 2009 vroegen zij de lezer zich voor te stellen dat:
De overheid beschikt over een dove geheim agent die elk individu overal volgt. De agent kan de inhoud van de interactie niet horen, maar kan wel elk minuscuul detail van het leven van mensen observeren: hoe laat zij opstaan, hoe ze naar hun werk gaan, met wie ze praten en hoe lang, en hoe het gaat met hun zaken en hun gezondheid, wie ze op straat ontmoeten, wat hun sociale activiteiten zijn, wat hun politieke gezindheid is, welke kranten en specifieke artikelen ze lezen, hoe ze daarop reageren, welk voedsel ze in hun boodschappenmandje doen en of ze gezond eten, hoe het met hun huwelijk gesteld is, of ze vreemdgaan, welke afspraakjes ze maken en welke intieme relaties ze hebben. Aangezien de meeste van deze interacties tegenwoordig in enige mate plaatsvinden via telecommunicatiediensten, of worden gefaciliteerd door mobiele apparaten, bevindt al deze informatie zich nu in handen van onze internetproviders, waar deze gereedstaat om door de overheid te worden bekeken.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten